In Nederland, in Zaltbommel, maken we kennis met John en José. Zij zijn eigenaar van een manege aan de rand van de Betuwe, en het echtpaar woont er naast. Terwijl John zich bezighoudt met het beheer van de manege en zijn liefde voor paarden, heeft José haar eigen drukke baan als financieel administrateur bij een boekhouder in Den Bosch. Ze pendelt dagelijks met haar geliefde klassieke 2CV, een zwart met bordeauxrode oldtimer.
Hoewel ze veel van elkaar houden, beginnen er barstjes te ontstaan in hun huwelijk. José is gefrustreerd door haar werk en de afhankelijkheid van de manege van inkomsten uit zorgpaarden. Ze vindt dat John te weinig initiatief neemt en te weinig vooruit denkt. John daarentegen geniet van zijn werk met paarden, vooral de rijlessen aan kinderen en het zorgen voor de paarden voor mensen met een beperking.
Na jarenlang hetzelfde werk te hebben gedaan, ontwikkelt José een afkeer van sommige cliënten die haar extra werk bezorgen en ze begint inwendig te ontploffen van de spanning. Met haar pensioenleeftijd in zicht, besluit ze om nog maar twee dagen per week te werken. Terwijl John zich vermaakt met zijn werk en geniet van de interactie met de kinderen, groeien de spanningen tussen hen.
Het huwelijk gaat bergafwaarts, en José begint zich steeds meer te ergeren aan John, zelfs als hij grappige anekdotes deelt over ouders en hun kinderen op de manege. De ruzies tussen hen nemen toe, en uiteindelijk verhuist José naar een andere woning in het dorp en vraagt ze een echtscheiding aan. De scheiding verloopt echter niet gemakkelijk en wordt een akelige vechtscheiding, waarbij vooral John veel verliest.
John en José zullen in de komende delen van het verhaal een belangrijke rol spelen.